Spring naar de inhoud

Sterilisatie van de kat

Sterilisatie van de kattin is een relatief eenvoudige ingreep waarbij de eierstokken verwijderd worden onder volledige verdoving. Dit gebeurt onder vorm van een dagopname, waarbij de kat nuchter naar de praktijk gebracht wordt en nog dezelfde dag naar huis kan. Om nuchter te zijn, moet je poes de nacht voor de ingreep natuurlijk in huis blijven. Als het moeilijk is om je poes te laten uitvasten, kan je haar de avond ervoor al binnen brengen. Dankzij het hechten in de huid en het gebruik van pijnmedicatie is er doorgaans geen nazorg.
Een sterilisatie biedt voor de kat enkele niet te verwaarlozen voordelen: geen ongewenste nestjes, minder rondzwerven, geen krolsheid met de daarmee gepaard gaande gedragsveranderingen, geen nachtelijke krijspartijen en minder kans op het oplopen van een besmettelijke ziekte, zoals kattenaids.
Bovendien draag je zo je steentje bij om de ongebreidelde vermenigvuldiging van katten, de zwerfkattenpopulatie en de overbelasting van asielen in te tomen.
Dit is een ingreep die wettelijk verplicht is voor poezen voordat ze van eigenaar veranderen – samen met de identificatie (door middel van een microchip) en de registratie van de microchip in een centrale databank.
Deze ingreep gebeurt liefst voordat de kattin vruchtbaar wordt, dus uiterlijk op de leeftijd van 5 maand.
Na de ingreep moet je goed opletten dat ze niet te dik wordt, maar met een aangepaste voeding, voldoende beweging en de nodige discipline hoeft dit geen probleem te vormen. Dit is tegelijk de voornaamste maatregel om blaasgruis en blaasstenen te voorkomen.